Stelvio 2008

 Zurück Höhen|meter: 9625HM Länge: 371.91km - Schwierigkeit
- Erlebnis Wegbeschreibung/Routen|verlauf:
Route
Dag 1: Chur-Filisur, Zwitserland (35 km, 1198 m klimmen)
Dag 2: Filisur-Madulain, Zwitserland (33 km, 1522 m klimmen)
Dag 3: Madulain-Livigno, Zwitserland/Italië (58 km, 1274 m klimmen)
Dag 4: Livigno-Bormio, Italië (46 km, 758 m)
Dag 5: Bormio-Stelvio-Santa Maria, Italië/Zwitserland (80 km, 2373 m)*
Dag 6: Santa Maria-Susch, Zwitserland (43 km, 1164 m)
Dag 7: Susch-Chur, Zwitserland (83 km, 1369 m)*
* Zoveel heeft niet iedereen gereden en geklommen
Tochtgenoten van de Stelviotocht
Onder de bezielende organisatie van Jim van den Berg, behoren ook Blanche van der Meer, Wouter Hagedoorn, James Hallworth, Gregot Klemencic, Vincent Schol, Tom Onderstal, Roel Liemburg, Gjalt Zwama, Saskia van Mourik, Rutger Winkelman, Marianne de Ruijter, Karlijne Jukes, Wim van Eeden, Wouter Wagemakers, Leon Poels en Reinder Klein bij een select gezelschap dat de Stelvio (2770 meter) heeft bedwongen. In zeven dagen hebben de toppers 378 kilometer afgelegd en 9.631 meter, oftewel meer dan negen kilometer, geklommen.
Verslag van Tom Huizenga
Voor eens en altijd betoverd door bergfietsen met bagage
Zwitserse en Italiaanse Alpen leiden tot een acute verslaving bij bergfietspionier
Wat gebeurt er met je als je voor het eerst in bergen fietst met bagage? Tom Huizenga, noch klimmer noch daler, tekende de betovering op toen hij in juni een week lang met een groep Wereldfietsers koers zette naar de Zwitserse en Italiaanse Alpen. En de Italiaanse top Stelvio, goed voor 2770 meter, haalde. Niet wetende dat hij zich daarmee als bergfietspionier gelijk onder een select klimgezelschap schaart. Niet wetende dat een nieuwe verslaving zich hiermee aandiende.
‘Waar gaat de reis dan heen?’, wordt me gevraagd in de sauna van de sportschool als ik vertel dat ik morgen aan mijn eerste bergavontuur begin. Er zit net een uur spinnen op. Kennelijk wacht ik te lang met antwoorden want suggesties worden gedaan in de richting van Limburg of de Ardennen.
‘Ik ga met een groep naar de Alpen. We doen zowel Zwitserland als Italië aan.’
Even is het stil. ‘Weet je een naam?’, wordt voorzichtigjes geopperd. ‘Ken je de Stelvio ?’
Mijn spinningmaat zet het op een schaterlachen. Ik heb geen idee wat er aan hand is en kijk hem met een bezweet gezicht vragend aan. Hij neemt een flinke teug uit zijn bidon.
‘De Stelvio !’, komt het er hortend en stotend uit. ‘Tsjonge! Tsjonge! Hoe haal de dat in je hoofd? Ik ben er vorig jaar geweest. Met de auto wel te verstaan. Daar werd ik al moe van. Rijdend in de eerste versnelling.’
Voordat ik het weet, krijg ik een klap op mijn schouder en wordt me veel sterkte gewenst. Hij vertrekt zo snel dat ik hem niet eens vertel dat we er ook nog eens met volle bepakking op uittrekken. Ik ben een beetje beduusd en begin me af te vragen of ik wel weet waarvoor ik heb geboekt. Een foto doemt op in mijn herinnering. Drie dagen geleden verzond één van achttien tochtgenoten een mail. Met als bijlage een foto van de berg Stelvio. Met 48 haarspeldbochten. De Alpe d’Huez is daar met z’n 21 bochten d’r zowaar een kleine jongen bij.
‘Twintig kilometer, tweeduizend hoogtemeters, 48 haarspeldbochten en een gemiddelde stijging van 7,7 procent. Kortom honderd procent fun!’, zo luidde het fotobijschrift. De aanblik van die 48 bochten zette me gelijk aan het denken. Waarom had ik me hier eigenlijk voor opgegeven? Wordt het ploeteren naar boven wel fun? En is het niet zo dat ik helemaal geen klimmer en al absoluut geen daler ben? Wat heb ik eigenlijk qua bergen gepresteerd? Alleen maar in één dag vanaf zeeniveau naar ruim tweeduizend meter geklommen richting de bergtop van de Teide op het Canarische Eiland Tenerife. Dat was jaren geleden. Het klimmen ging me ook niet zo best af tijdens de 625 kilometer fietsen in Limburg van de afgelopen maand. Dat leerde me om in elk geval twee tandjes extra op mijn achtertandwiel van 28 tanden te laten zetten. In de sauna herinner ik me opeens dat zelfs racefietsers al wordt geadviseerd bij voorkeur 32 en zelfs 34 achtertanden te hebben. Het is te laat om dat nog te regelen…
‘Hoe gaat het met jou Tom?’, zegt een andere bekende in de sportschool als ik me wil gaan douchen. Ik vertel hem van het aanstaande vertrek. Hij is een bekende bergsporter en zelfs tegen zijn zestigste fietst hij als één van de besten en snelsten. Om een indruk te geven: bij de fietstocht ‘Limburgs Mooiste’, waar ik ook van de partij was, legde hij 150 kilometer af met een gemiddelde van 34 kilometer per uur.
‘Kom ik er eigenlijk wel bovenop met dertig achtertanden?’, vraag ik hem wat ongerust.
‘Hoeveel voorbladen heb je?’, luidt de zakelijke reactie. Ik haal mijn schouders op.
‘Twee of drie?’
‘Drie’
‘Oh, dan kun je recht omhoog rijden!’, geeft hij gelijk te kennen.
In eerste instantie ben ik gerust gesteld, maar besef dan dat ik – in tegenstelling tot hem – nog wel met een hybride op pad ga. Waarop ook alle bagage mee gaat voor een fietsvakantie. Een dialoog komt niet meer tot stand.
‘Zorg ervoor dat je geniet!!’, krijg ik als opdracht mee. ‘Het gebied rond de Stelvio is ronduit schitterend. Je hebt alleen grote kans op slecht weer. Want er ligt nog veel sneeuw. Als dat smelt, wordt dat omgezet in regen. Maar zorg ervoor dat je geniet’, herhaalt hij, nu met helderblauwe ogen die dwars door me heen boren. Dan denk ik aan de foto en de 48 haarspeldbochten. Plus het bijschrijft van honderd procent fun.
De overtuiging mist als ik uren later afreis naar station Arnhem om aan te schuiven in de nachttrein richting Zürich met nagenoeg onbekenden. Onzekerheid overheerst over de vraag hoe mijn allereerste bergexperiment gaat uitpakken. Toch weet ik wel hoe er ongekende krachten vrijkomen als ik op de fiets zit. Samen met je bepakking ben je namelijk helemaal autonoom. Alles wat je echt nodig hebt, zit in vier fietstassen en één fietszak. Dat maakt me sterk. Dat gaat zover dat ik wel eens het idee heb beter te fietsen mét in plaats van zonder bepakking. Daarnaast doet de natuur de rest. Woestijn, heide, bos of bergen: het buiten zijn werkt voedend. Het is een extra injectie die je gratis mee krijgt.
Om klokslag kwart voor tien ’s avonds begint de vakantie. Alle beslommeringen vallen acuut van me af als ik achttien fietsen in een coupé zie. ‘Lotgenoten!’, denk ik bij mezelf. Rust valt over mee heen. Het klikt ook gelijk met de groep: met iedereen voel ik me verwant omdat de vier vrouwen en dertien mannen ook houden van fietskamperen. En die allen hebben geboekt voor de bergrit die Jim van den Berg als Wereldfietser heeft uitgestippeld. Hij is de enige die ik ken. Maar alleen al het delen van de passie van fietskamperen laadt mijn accu op. De sfeer is uitgelaten en opgewekt. Iedereen hunkert naar een week lang buiten zijn. Bovenal blijk ik al snel niet de enige te zijn die voor het eerst de bergen gaat verkennen. Die vlieger gaat op voor circa de helft van de groep. Eén ervan fluistert me toe dat iedereen wel een beetje onzeker is over de vraag hoe het klimmen en dalen zal uitpakken.
Na een onrustige nacht vanwege luidruchtige en dronken Hollandse voetbalfans, worden we de volgende dag op het station van Zürich op een andere manier herinnerd aan de EK die zowel in Zwitserland als Oostenrijk wordt gehouden. En waarvoor uitgerekend vandaag de aftrak wordt gegeven. Afgezien van andere fans die zich hier ophouden, staan er in de stationshal immense plastic voetballers van circa vijftig meter hoog, die elkaar gebroederlijk omarmen alsof ze een rugbyteam vormen. Voor elk land is er ééntje opgeblazen. Voor Nederland heeft Van Persie de eer om namens Nederland megagroot neergezet te worden.
Voor ons is het wachten op de trein naar het plaatsje Chur. Daar gaat het echte werk beginnen. Ondertussen zien de weersvoorspellingen er niet best uit. Voor de hele week is regen voorspeld. Eenmaal in de trein naar de startplek van de bergentocht, hangt er een mistsluier over Zwitserland. Zo krijgen we niets mee van het landschap. De gezichten betrekken als er regen tegen de treinramen aanslaat. ‘Wat zullen we straks gaan aantrekken?’, zie je sommigen al denken. Ik geef me over aan hoe het kennelijk moet uitpakken. Ik eet nog wat gekookte eieren die ik uit Nederland mee had genomen en schudt de Isostar alvast door mijn drie bidons. De benen voelen niet best. Vanwege de slechte nacht zal het een kwestie zijn van de moeheid eruit rijden.

Mehr Info im WWW Bilder:
Bild 1  Bild 2
Bild 3  Bild 4